-
1 een schaduw gleed langs de muur
een schaduw gleed langs de muurDeens-Russisch woordenboek > een schaduw gleed langs de muur
-
2 met de hand over, langs de muur vegen
met de hand over, langs de muur vegenDeens-Russisch woordenboek > met de hand over, langs de muur vegen
-
3 de stoelen stonden langs de muur
de stoelen stonden langs de muurVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de stoelen stonden langs de muur
-
4 een schaduw gleed langs de muur
een schaduw gleed langs de muurVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een schaduw gleed langs de muur
-
5 langs
langs1〈 bijwoord〉1 [in de lengte naast] along2 [aan] round ⇒ in, by3 [voorbij] past4 [in de lengte/richting van] along♦voorbeelden:1 in een boot de kust langs varen • sail along the coast, skirt the coast2 ik kom nog wel eens langs • I'll drop in/round/by sometime¶ iemand ervan langs geven, ervan langs krijgen • let someone have it, (really) get/catch itiemand er ongenadig van langs geven • give someone hell————————langs2〈 voorzetsel〉1 [in de lengte van] along2 [via] via ⇒ by (way/means of)3 [voorbij] past4 [aan bij] in at♦voorbeelden:langs de rivier wandelen • go for a walk along the riverhier/daar langs • this/that waylangs elkaar heen praten/leven • talk at cross-purposes, live without (any) real contact4 wil jij even langs de bakker rijden? • could you just drop in at the bakery? -
6 along
adv. samen--------prep. langsalong11 door ⇒ verder, voort3 langs♦voorbeelden:move along • doorlopenpass the book along • geef het boek doorthe ball rolled along • de bal rolde voortI suspected it all along • ik heb het altijd wel vermoedalong by the wall • langs de muurhe brought his dog along • hij had zijn hond bij zichcome along • kom meego along (with) • meegaan (met)along with • samen met3 I'll be along • ik kom eens langs, ik kom je opzoekencome along anytime • (je bent) altijd welkomshe's coming along • ze is aan de beterende hand————————along2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:an inquiry along these lines • een onderzoek volgens deze methodeflowers along the path • bloemen langs het padalong the way • onderweg -
7 raser
raser [raazee]1 scheren ⇒ afscheren, gladscheren3 slechten ⇒ met de grond gelijk maken, gladstrijken, slopen♦voorbeelden:1. v1) scheren2) vervelen, doorzagen2. se raserv1) zich scheren3) plat op de grond gaan liggen [dier] -
8 glijden
♦voorbeelden:de slee gleed over het ijs • the sleigh was gliding over the icezijn hand gleed over de balustrade • he passed his hand over the banistershet boek was uit haar handen gegleden • the book had slipped from her handsde mantel gleed van haar schouders • the cloak slipped off her shoulderszich van de trap laten glijden • slide downstairs -
9 along by the wall
along by the wall -
10 raser le mur
raser le mur -
11 glijden
1 glisser♦voorbeelden:1 zijn vingers over iets laten glijden • promener ses doigts sur qc.iets laten glijden • laisser glisser qc.hij liet het geld in zijn zak glijden • il glissa l'argent dans sa pocheeen schaduw gleed langs de muur • une ombre courait le long du murhanden die over de toetsen glijden • mains qui courent sur les toucheshet boek was uit haar handen gegleden • le livre lui avait glissé des mainsde schaatser gleed van de baan af • le patineur quitta la pistehet glijden van de slee over de sneeuw • le glissement du traîneau sur la neige -
12 vegen
1 [met een bezem schoonmaken of te werk gaan] balayer2 [afvegen] essuyer3 [m.b.t. mijnen] draguer♦voorbeelden:de kruimels van de tafel vegen • ramasser les miettes sur la table1 [strijken, glijden] passer♦voorbeelden: -
13 an der Mauer hin
an der Mauer hin -
14 hin
♦voorbeelden:1 〈 informeel〉 er ist hin • (a) hij is erheen, er naar toe; (b) hij is op, doodmoe • (c) hij is dood, hij is er geweestan der Mauer hin • langs de muurnach außen hin wirkt er ruhig • uiterlijk maakt hij een rustige indruknach allen Seiten hin • naar alle kantenvor sich hin starren • voor zich uit zitten te starenhin und her • heen en weerhin und her überlegen • wikken en wegendas reicht nicht hin und nicht her • dat is op geen stukken na voldoendeBruder hin, Bruder her • ook al is ie m'n broerdas Hin und Her der Kunden • het komen en gaan van de klantennach langem Hin und Her • na lang wikken en wegendas ist hin wie her • dat maakt niets uithin und wider • over en weer2 es ist noch ein paar Tage hin, bis … • het duurt nog een paar dagen, voordat …auf die Zukunft hin • met het oog op de toekomstauf die Gefahr hin • op het gevaar afauf seinen Rat hin • afgaande op zijn advieszum Herbst hin • tegen het najaarhin und wieder • zo nu en dandie Vase ist hin • de vaas is stuk -
15 mur
mur [muur]〈m.〉1 muur♦voorbeelden:mur à hauteur d'appui • lage muur, halve muurmur de soutènement • steunmuurne laisser que les quatre murs • een huis helemaal leeghalencoller au mur • tegen de muur zetten, fusilleren→ tête2 mur à pic d'un précipice • steile, loodrechte wand van een afgrondm -
16 mûr
mur [muur]〈m.〉1 muur♦voorbeelden:mur à hauteur d'appui • lage muur, halve muurmur de soutènement • steunmuurne laisser que les quatre murs • een huis helemaal leeghalencoller au mur • tegen de muur zetten, fusilleren→ tête2 mur à pic d'un précipice • steile, loodrechte wand van een afgrondadj1) rijp, gerijpt2) versleten3) zat, dronken -
17 passer
passer [paasee]2 voorbijgaan ⇒ voorbijkomen, gaan (langs), passeren4 gaan (van … naar) ⇒ overgaan (naar, tot)5 doorgaan (voor) ⇒ gelden (als), passeren (voor)♦voorbeelden:défense de passer • geen toegangmon dîner ne passe pas • mijn avondeten ligt me zwaar op de maagcette histoire-là ne passe pas • dat verhaal is niet geloofwaardigla loi a passé • de wet is aangenomencette scène ne passe pas • die scène komt niet goed over (bij het publiek)laissez passer! • maak ruimte!, opzij!passer outre à qc. • geen rekening houden met ietsje suis passé par là • dat heb ik ook meegemaaktil faut en passer par ses volontés • men moet voor zijn wil buigenil faudra en passer par là • er zit niets anders openfin, passe pour lui • nu goed, voor hem maken we een uitzondering(cela) passe (encore), mais … • dat is nog tot daar aan toe, maar …passer prendre qn. • iemand komen ophalenen passant • in het voorbijgaan, terloopssoit dit en passant • trouwens, tussen twee haakjespasser sur les fautes de qn. • iemands fouten door de vingers zienpasser sur les détails • niet stil blijven staan bij details3 comme le temps passe! • wat gaat de tijd snel!faire passer le temps • de tijd verdrijvenfaire passer à qn. le goût, l'envie de qc. • iemand de lust tot iets doen vergaan〈 spreekwoord〉 tout passe, tout lasse, tout casse 〈 alles gaat voorbij〉cela lui passera • dat gaat wel overenfin, passons! • nu goed, laten we daar niet meer over praten!4 où est-il passé? • waar is hij gebleven?passer à l'ennemi • naar de vijand overlopenpasser en deuxième, seconde • overschakelen naar de tweede versnellingpasser en seconde • naar de vijfde klas gaanse faire passer pour • zich uitgeven voor1 oversteken ⇒ over-, doortrekken, overgaan, doorkomen, gaan door3 voorbijgaan ⇒ passeren, overschrijden4 aanreiken ⇒ overhandigen, aan-, doorgeven5 aanschieten ⇒ aandoen, aantrekken6 halen door, langs, over ⇒ strijken langs, over, steken door, in, vertonen 〈 film〉 ⇒ draaien 〈 plaat〉7 overslaan ⇒ voorbij laten gaan, weglaten♦voorbeelden:1 passer un mur • over een muur klimmen, springenpasser sa vie à manger et à dormir • niets anders doen dan eten en slapenpasser la seconde • naar de tweede versnelling gaanpasser un coup de fil à qn. • iemand opbellen〈 communicatie(media)〉 je vous passe … • ik verbind u door met …6 qu'est-ce qu'il lui a passé! • hij heeft hem er flink van langs gegeven!j'en passe et des meilleures! • en ik vertel nog niet ééns alles!1 gebeuren ⇒ zich afspelen, voorvallen4 het stellen zonder ⇒ missen, ontberen, afzien van♦voorbeelden:1 que se passe-t-il?, qu'est-ce qui se passe? • wat gebeurt er?ça ne se passera pas comme ça! • dat gaat zomaar niet!tout se passe comme si • het lijkt wel of, alles wijst erop datne pas pouvoir dire ce qui se passe en soi • niet kunnen zeggen wat er in zijn binnenste omgaat→ jeunesse4 je me passerais bien volontiers de cette corvée • ik zou maar al te graag onder dat karwei uit willen komenvoilà qui se passe de commentaires • dat maakt commentaar overbodig, dat spreekt voor zichzelf1. v2) gaan (van...naar)4) uitgezonden worden [film, radio]6) verbleken7) oversteken8) doorbrengen9) passeren, overschrijden10) over-handigen11) aantrekken12) halen door, langs, over13) vertonen [film]14) overslaan15) vergeven16) doen verdwijnen17) zeven18) boeken2. se passerv1) gebeuren2) voor-bijgaan3) missen, afzien (van) -
18 graze
n. schaving; schaafwond; vrouw--------v. grazen; schrapengraze1[ greez] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————graze22 rakelings gaan ⇒ schampen, schuren♦voorbeelden:2 the plane grazed across/against/along the treetops • het vliegtuig vloog/scheerde rakelings over/langs de boomtoppenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 laten grazen ⇒ weiden, hoeden2 licht(jes) aanraken ⇒ schampen, schuren♦voorbeelden: -
19 on
adj. aan--------adv. verder; vooruit; vooruitgaan--------prep. op; aan; over; langson1[ on] 〈zelfstandig naamwoord; the〉————————on2II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉2 aan de gang ⇒ gaande, te doen3 op 〈 toneel〉♦voorbeelden:what's on tonight? • wat is er vanavond te doen?, welke film draait er vanavond?, wat is er op tv vanavond?5 oil on to \\td16 • olie stijgt tot \\td16¶ I'm on! • okay, ik doe meeyour plan is not on • je plan(netje) gaat niet doorthe wedding is on • het huwelijk gaat dooryou're on • daar houd ik je aan!————————on3〈bijwoord; vaak predicatief〉1 in werking ⇒ aan, in functie4 〈plaats- of richtingaanduidend; ook figuurlijk〉op ⇒ tegen, aan, toe♦voorbeelden:what's going on? • wat is er aan de hand?have you anything on tonight? • heb je plannen voor vanavond?leave the light on • het licht aan latenput a record on • zet een plaat opturn the lights on • steek het licht aanput on your new dress • trek je nieuwe jurk aan3 five years on • vijf jaar na dato/latercome on! • schiet op!get a move on! • maak voort!go on! • ga maar door, toe!all clocks go on an hour tomorrow • morgennacht gaan alle klokken een uur vooruitthe circus is moving on • het circus trekt verderpass the news on • zeg het voortsend on • doorsturen, nazendenspeak on • door blijven pratenthey travelled on • ze reisden verderwalk on • doorlopenlater on • laterand so on • enzovoortwell on into the night • diep in de nachtwell on in years • op gevorderde leeftijd(talk) on and on • alsmaar door/zonder onderbreking (praten)on! • vooruit!from that moment on • vanaf dat ogenblikthey collided head on • ze botsten frontaalshe looked on • ze keek toe¶ on and off • af en toe, (zo) nu en dan————————on41 〈plaats of richting; ook figuurlijk〉op ⇒ in, aan, bovenop5 over ⇒ met betrekking tot, aangaande, betreffende6 ten koste van ⇒ op kosten van, in het nadeel van♦voorbeelden:the sun revolves on its axis • de zon draait om haar aslive on bread and water • leven van water en broodride on a bus • met de bus gaanstand on the chair • op de stoel staanstay on course • koers houdena stain on her dress • een vlek op haar jurkthey marched on the enemy • ze marcheerden op de vijand affate smiled on Jill • het lot was Jill gunstig gezindshe hurt herself on the ledge • zij bezeerde zich aan de randpay off a sum on the loan • een som op de lening afbetalentravel on a plane • met het vliegtuig reizenwar on poverty • oorlog tegen de armoedeannounced on the radio • op de radio aangekondigdon the right road • op de juiste wega shop on the main street • een winkel in de hoofdstraatencounter trial upon trial • de ene beproeving na de andere doorstaanget on the train • instappenhang on the wall • aan de muur hangenI had no money on me • ik had geen geld op zaklean on a friend • steunen op een vriendon your right • aan de rechterkanta house on the river • een huis bij de rivierwinter is upon us • de winter staat voor de deurjust on sixty people • amper zestig mensenarrive on the hour • op het hele uur aankomenpay on receipt of the goods • betaal bij ontvangst van de goederenon the stroke of midnight • klokslag middernachtcome on Tuesday • kom dinsdagon opening the door • bij het openen van de deuron reading the letter she fainted • (net) toen ze de brief gelezen had, viel ze flauwbe on duty • dienst hebbenbe on fire • in brand staanon holiday • met vakantieon sick leave • met ziekteverlofbeer on tap • bier uit het vaton trial • op proefhave a monopoly on shoes • een monopolie hebben van schoenenagree on a solution • tot een akkoord komen over een oplossingthe joke was on Mary • de grap was ten koste van Maryhis work has nothing on Mary's • zijn werk haalt het niet bij dat van Maryshe has a year on her opponents in age • ze is een jaar ouder dan haar tegenkandidatenthe glass fell and broke on me • tot mijn ergernis viel het glas en brakthis round is on me • dit rondje is voor mij→ be on be on/ -
20 opbinden
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Geraardsbergen — Geraardsbergen … Deutsch Wikipedia
Discography of Nico Carstens — This is a discography for South African accordionist and composer Nico Carstens.[1] Contents 1 Albums 1.1 Label 1.1.1 Brigadiers … Wikipedia